Onderzoek wijst uit: er kan nog veel verbeterd worden aan de internetvaardigheden van Nederlanders. Met de computerdichtheid en internetaansluitingen is er in ons land niets mis, maar iets zoeken en vooral vinden blijkt vaak moeilijker dan gedacht.
Onderzoeker Alexander van Deursen kijkt naar het gedrag van mensen op internet en ziet dat ze vaak geen maximale resultaten halen.
In een artikel in Trouw worden een aantal achtergronden van zijn onderzoeksmethoden belicht.
Lees het artikel in Trouw: "Oud én jong onhandig op internet"
Een geruststellende gedachte: scholing helpt! Mensen met een opleiding redden zich over het algemeen beter.
Er is een internet-test die op vier specifieke deelterreinen in kaart brengt wat iemand op internet presteert. Er komt na het maken van de opdrachten specifieke feedback over wat men anders of beter had kunnen doen.
Nuttig en leuk! Doen die test!
De bibliotheek: inspiratie opdoen, studeren, bijblijven, informatie zoeken, begrijpen wat er om je heen gebeurt. De bibliotheek is de plek, Jan te Bokkel schrijft er over!
woensdag 5 augustus 2009
maandag 3 augustus 2009
Gratis
Gratis, maar niet voor niets!
Een leraar op de middelbare school vertelde het verhaal van iemand in Afrika, die een overhemd kreeg. De volgende dag zag de gever dat het overhemd als poetsdoek gebruikt werd.
Dat was niet de bedoeling van de gever geweest, dat overhemd was op het moment van overdracht uitstekend geschikt geweest om aan te trekken, er representatief uit te zien en er dan bijvoorbeeld mee op sollicitatiebezoek te gaan.
De ontvanger beseft niet wat de waarde is van hetgeen hij of zij gekregen heeft.
Die gedachte kom je ook in de bibliotheekwereld tegen. Onze gebruikers beseffen onvoldoende hoe waardevol het is hetgeen ze (kunnen) krijgen. Dat zou een reden zijn om de tarieven van de bibliotheek te verhogen, “dat zal ze leren”.
Er blijkt echter veel meer over gratis te vertellen dan dat. Chris Anderson doet dat in Free onderhoudend.
Hij staat er uitvoerig bij stil hoe het mogelijk is dat een bedrijf als Google geld verdient aan het gratis aanbieden van dienstverlening op het internet. Sterker nog, binnen een periode van jaren groeit zo’n bedrijf tot een machtig wereldbedrijf uit. Hoe kan dat? Welke economische principes liggen daar aan ten grondslag? Hoe werkt dat dan en wat kunnen we daar uit leren?
Free kan betekenen dat het niets kost (free beer = gratis bier), maar kan ook gebruikt worden om aan te geven dat het om vrijheid gaat (free speech = spreek vrijuit).
Gratis is niet altijd vrijblijvend, niet zo gratis als het lijkt. Dat hebben consumenten vaak ook wel in de gaten, ze zoeken naar de addertjes onder het gras of de kleine lettertjes.
De geschiedenis zit vol mooie marketingverhalen rond het concept gratis en er passeren er heel wat de revue.
Internet betekent een revolutie op een aantal terreinen en dat geldt zeker op het gebied van informatie-uitwisseling. Chris Anderson haalt een uitspraak van Stewart Brand aan:
“Aan de ene kant wil informatie duur zijn, omdat ze zo waardevol is. De juiste informatie op de juiste plaats verandert je leven gewoon.
Aan de andere kant wil informatie gratis zijn, omdat de kosten om informatie te verspreiden voortdurend lager worden. Je hebt dus twee kanten die tegen elkaar strijden.”
Het hele boek door betoogt Anderson dat het tweede deel van deze uitspraak momenteel de wind mee heeft. En Google heeft dat tijdig goed begrepen en daar zijn voordeel mee gedaan. En door de schaalvergroting die daarmee gepaard ging, kwamen er meestal vroeg of laat meer dan voldoende mogelijkheden om op een bepaalde manier toch geld te verdienen.
Er is nog veel meer te vertellen over dit boek. Ik vond het fascinerend en inspirerend, het is zeer leesbaar geschreven en er zitten prachtige verhalen en anekdotes in.
Maar ook allerlei mogelijkheden en bedrijfsmodellen om op en rond internet ‘gratis’ bedrijvigheid te ontwikkelen en toch een gezonde economische positie te hebben en te houden.
Een leraar op de middelbare school vertelde het verhaal van iemand in Afrika, die een overhemd kreeg. De volgende dag zag de gever dat het overhemd als poetsdoek gebruikt werd.
Dat was niet de bedoeling van de gever geweest, dat overhemd was op het moment van overdracht uitstekend geschikt geweest om aan te trekken, er representatief uit te zien en er dan bijvoorbeeld mee op sollicitatiebezoek te gaan.
De ontvanger beseft niet wat de waarde is van hetgeen hij of zij gekregen heeft.
Die gedachte kom je ook in de bibliotheekwereld tegen. Onze gebruikers beseffen onvoldoende hoe waardevol het is hetgeen ze (kunnen) krijgen. Dat zou een reden zijn om de tarieven van de bibliotheek te verhogen, “dat zal ze leren”.
Er blijkt echter veel meer over gratis te vertellen dan dat. Chris Anderson doet dat in Free onderhoudend.
Hij staat er uitvoerig bij stil hoe het mogelijk is dat een bedrijf als Google geld verdient aan het gratis aanbieden van dienstverlening op het internet. Sterker nog, binnen een periode van jaren groeit zo’n bedrijf tot een machtig wereldbedrijf uit. Hoe kan dat? Welke economische principes liggen daar aan ten grondslag? Hoe werkt dat dan en wat kunnen we daar uit leren?
Free kan betekenen dat het niets kost (free beer = gratis bier), maar kan ook gebruikt worden om aan te geven dat het om vrijheid gaat (free speech = spreek vrijuit).
Gratis is niet altijd vrijblijvend, niet zo gratis als het lijkt. Dat hebben consumenten vaak ook wel in de gaten, ze zoeken naar de addertjes onder het gras of de kleine lettertjes.
De geschiedenis zit vol mooie marketingverhalen rond het concept gratis en er passeren er heel wat de revue.
Internet betekent een revolutie op een aantal terreinen en dat geldt zeker op het gebied van informatie-uitwisseling. Chris Anderson haalt een uitspraak van Stewart Brand aan:
“Aan de ene kant wil informatie duur zijn, omdat ze zo waardevol is. De juiste informatie op de juiste plaats verandert je leven gewoon.
Aan de andere kant wil informatie gratis zijn, omdat de kosten om informatie te verspreiden voortdurend lager worden. Je hebt dus twee kanten die tegen elkaar strijden.”
Het hele boek door betoogt Anderson dat het tweede deel van deze uitspraak momenteel de wind mee heeft. En Google heeft dat tijdig goed begrepen en daar zijn voordeel mee gedaan. En door de schaalvergroting die daarmee gepaard ging, kwamen er meestal vroeg of laat meer dan voldoende mogelijkheden om op een bepaalde manier toch geld te verdienen.
Er is nog veel meer te vertellen over dit boek. Ik vond het fascinerend en inspirerend, het is zeer leesbaar geschreven en er zitten prachtige verhalen en anekdotes in.
Maar ook allerlei mogelijkheden en bedrijfsmodellen om op en rond internet ‘gratis’ bedrijvigheid te ontwikkelen en toch een gezonde economische positie te hebben en te houden.
Een interessante bespreking van het boek van de hand van Joost de Vries in de Groene Amsterdammer (en online op Frankwatching).
Om over na te denken en met elkaar te brainstormen. Een rijke inspiratiebron!
Abonneren op:
Posts (Atom)