maandag 7 juni 2010

Vis!

In groepen hebben we ons in de bibliotheek beziggehouden met de Fish-filosofie. We keken naar de film Fish! en lieten ons daardoor inspireren bij het uitvoeren van de groepsopdrachten. Een leuke cursus, praktisch en bijzonder. Ik heb mensen zien opbloeien, er kwamen onverwachte dingen uit, het was iets heel moois om mee te maken.

En toen? Hoe nu verder?

Het boekje er maar eens bijgepakt:  Vis! : energie, passie en plezier / door Stephen C. Lundin, Harry Paul en John Christensen [voorw. van Ken Blanchard vert. uit het Engels]
Volgens de samenvatting in de catalogus is het een managementroman, waarbij middels een aansprekend verhaal duidelijk gemaakt wordt hoe we ons werk met meer plezier kunnen doen zodat er productiever en efficiënter gewerkt kan worden.

Het leest lekker weg en het staat stil bij de vraag hoe je ergens anders dan in een viskraam de filosofie kan ' overnemen'. Want de eerste weerlegging, dat je met boeken toch niet kunt gaan gooien, die hoor ik nog steeds. Als daar mee bedoeld wordt dat je de rest van die 'Amerikaanse verkooptechniek' dan ook niet over hoeft te nemen, heb je de grondboodschap van de film nog niet echt meegekregen, denk ik dan maar.

Op een directe manier kunnen we in het boekje meeleven met Mary Jane, die op een nieuwe afdeling komt te werken en daar tegen lamlendigheid en uitputtende energieloosheid aanloopt. Niemand vindt het daar leuk om te werken, er zijn mensen die deze afdeling de 'gifbelt' noemen. De leiding van het bedrijf wil dat er dingen gaan veranderen, dat wil Mary Jane ook, dat blijken de medewerkers ook wel te willen, maar hoe doe je dat? Waar begin je, hoe overtuig je collega's van je goede bedoelingen, hoe wordt het een echte verandering waar mensen meer plezier aan beleven dan tot dat moment aan toe?

Met andere woorden: een heel herkenbare uitdaging. Hoe krijg je in onze bibliotheken net zo'n sfeer als in de Pike Place Vismarkt in Seattle?

De punten waar je op moet letten in een notendop:
  • Je houding kiezen
  • Spelen
  • Ze blij maken
  • Erbij zijn
De eerste drie lijken me te doen. Terecht wordt in het boekje stilgestaan bij de eerste: als die niet landt, als niemand daar echt zijn gedrag op wil aanpassen, dan wordt het niets. Vanuit die basis kun je verder werken. Klopt helemaal.
Ik zal niet zeggen dat dit dan verder allemaal vanzelf gaat, maar nogmaals: het lijkt me wel te doen.

Maar 'erbij zijn', gaan we dat ook redden? Daar denk ik dat de grootste uitdaging ligt. We hebben heel verschillende klanten en dat laat zich in deze tijden van bezuinigingen extra voelen. De overheid wil bezuinigen en zoekt naar opties om dat ook in bibliotheken te doen. Onze klanten maken in deze tijden vaak wat extra gebruik van onze mooie voorziening. Hoe zijn we daarbij? En hoe verloopt dan het interne gesprek en kunnen we elkaar daarbij volgen? En als dat intern lastig wordt, hoe kunnen we dan blijven 'spelen' en 'ze blij maken'?
We hebben veel regeltjes. Die zitten voor een groot gedeelte in ons bicat-systeem, maar vaak hebben we daaromheen nog diverse (on)geschreven aanvullingen. Zo doen we dat hier en niet anders... En als er ergens nog geen regels voor zijn, hebben we een onvoldaan gevoel. We kunnen dan de klant misschien wel helpen, maar er zou toch een regel voor moeten komen. En dan kunnen we een volgende keer weer alle mogelijke moeite doen om ons de laatste regels rond een onderwerp te herinneren, in plaats van ons te richten op het contact met die klant.
Kunnen we die cultuur echt gaan veranderen, zou dat lukken?