donderdag 25 februari 2010

Collectiemanagement IV

Een aantal wensen voor de verdere ontwikkeling van collectiemanagement in Overijssel:

• De provinciale samenwerking en afstemming zie ik met belangstelling tegemoet. Impulsen en stimulering in die richting zie ik graag.

• Er dient wat mij betreft zo snel mogelijk gezamenlijk gekozen te worden voor een collectiemanagement-methodiek.

Ruim tien jaar geleden hebben we intensief gewerkt met de methode PC-Kwadrant (Bureau Leemans/Hengelo). We liepen er toen op stuk dat de benodigde cijfers niet of zeer moeilijk te verkrijgen waren uit het ALS-systeem.

We zijn vervolgens overgestapt naar de Rationeel Collectie Module van HKA-Bicat. Die module was in eerste instantie nog niet klaar, maar was in een aantal opzichten veelbelovend. Na voorbereidingstijd hebben we een beperkte pilot gedaan in Overijssel, die was redelijk succesvol. Toch is het in onze provincie stil geworden op dit gebied, er is aan de pilot geen verder vervolg gegeven.

C-OPT/Optera wordt ook hier en daar gebruikt, heb ik van horen zeggen.

Laten we zo snel mogelijk kiezen voor één van deze methodieken. Niet dan we dan het ideale instrument in huis hebben, dat mogen we en moeten we niet verwachten.

• Met die methodiek kunnen we in kaart gaan brengen wat de provinciale samenwerking echt moet gaan betekenen:

o We kunnen dan objectieve en controleerbare plaatjes maken van gewenste collecties op alle locaties;

o We kunnen de financiele consequenties daarvan in kaart brengen;

o We kunnen zo bouwstenen aandragen voor een goed werkend provinciaal werkend collectioneringsteam met een heldere opdracht;

o Op basis van die elementen kun je duidelijke contracten opstellen voor de samenwerkende partners in het netwerk.

• We hoeven niet te wachten op enigerlei aanpassing van een collectiemanagement-methodiek aan bijvoorbeeld het winkelconcept. Wat we doen rond het winkelconcept is wel een belangrijke ontwikkeling, maar daarbij zijn we vooral gefocust op de presentatie van onze materialen.

De vraag of iets wel of niet in onze collectie thuishoort, gaat daar in wezen aan vooraf. En het gesprek daarover kan (ook) heel goed, misschien zelfs wel beter, op een andere manier gevoerd worden dan aan de hand van een winkelconcept-indeling.

• De bicatplaatsing dient krachtig ter hand genomen te worden om tot een uniforme, provinciaal eenduidig gehanteerde indeling te komen en die te blijven bewaken. Dat laat onverlet dat er plaatselijk alle vrijheid moet zijn om op het gebied van presentatie allerlei mogelijkheden te verkennen en er mee te experimenteren. Maar die ruimte en vrijheid staat een strak geregisseerde (administratieve) collectieindeling in het hart van het bibliotheeksysteem niet in de weg.

• Er is behoefte aan duidelijkheid over een provinciaal opererend collectioneringsteam. Wat gaan ze doen, wat is hun taakopdracht? Wat spreken we af over afschrijven, moet dat nog lokaal aangestuurd blijven? En wat spreken we af als het niet naar wens gaat: wat kunnen we met stimulering bereiken of denken we ook aan sancties?

Maar het belangrijkste is dat een aantal mensen de gelegenheid krijgt om in zo’n team te gaan opereren. De bedoeling en verwachting is dat zij zich gaan ontwikkelen tot inhoudelijk deskundigen met gezag en vertrouwen in het netwerk.

Waarom?

Om overal fantastisch goede collecties te krijgen en te houden voor onze klanten.

2 opmerkingen:

Unknown zei

In uw ‘wensen voor Collectiemanagement’ lees ik dat er ook in Overijssel behoefte is aan een collectiemethode die objectieve en controleerbare resultaten oplevert voor de gewenste collecties op alle locaties.

Dan komt u uit bij C-OPT. Hiermee worden Collecties geOPTimaliseerd voor de specifieke context waarin ze functioneren.
Het is de enige methode waarin gelijk duidelijk is of de collectie beter wordt; en zelfs hoevéél beter. Dat is cruciaal. Immers een CollectiePlan (of profiel zoals het veelal wordt genoemd) is alleen een goed plan als met het beschikbare budget een maximaal betere collectie wordt bereikt.
Het is de enige methode die Vraaggerichte collecties oplevert! Rendabeler collecties bovendien, zonder gevaar op doorschieten naar te klein.
De klant is koning, maar de OB heeft ook een culturele taak. Sommige onderdelen van de collectie kunnen daarom een aparte status krijgen: Aanbodgericht.

C-OPT is al jaren in gebruik in b.v. Rotterdam, Den Haag, Haarlem en de provincie Groningen. Meer info is te vinden op: http://www.optera.nl

Jan te Bokkel zei

Dank voor deze reactie. Ik hoop echt dat we Overijsselbreed een gezamenlijk te gebruiken systeem kunnen gaan hanteren.
C-OPT staat voor mij zeker op de shortlist van de mogelijkheden.