maandag 25 april 2016

Zaterdag stond er in Trouw in de rubriek Laatste wens van Mickelle Haest (belevenissen van een uitvaartverzorger) een verhaal onder de titel Ruzie om de facebookfoto's.
Een fragment: "Mijn nichtje had met haar telefoon allemaal selfies gemaakt naast haar zieke oma in bed", legt een andere dochter uit. "Wij dachten dat het voor haarzelf was. Maar ze heeft ze allemaal op Facebook gezet."
In het verhaal wordt verder verteld hoe dat uitpakt in de familie rond het overlijden van vrouw, moeder en grootmoeder.

Dit verhaal zou je zo in een tabletcafé kunnen behandelen. De manieren waarop je kunt communiceren zijn onmiskenbaar toegenomen. Maar levert dat wel echte communicatie op? Of ontstaan er op een andere manier conflicten over?

"Dat is toch geen communicatie!" Een man vertelde dat hij bij het theaterbezoek toevallig zijn schoonzoon ontmoette. Hij wist niet dat ze eenzelfde avondje uit geboekt hadden en ze kwamen elkaar daar tegen. Maar al zaten ze dicht bij elkaar, het had niet geresulteerd in een warm contact en al helemaal niet bijgedragen aan positieve gevoelens over de relatie.
"Er kon nog net 'goedenavond' af, verder heeft hij vooraf en in de pauze steeds op 'dat ding' zitten kijken!"
Schoonvader is duidelijk niet gecharmeerd van dit gedrag en steekt dat tegen mij niet onder stoelen of banken.

Ik las pas een interview met Bart Robben in het boek Mediawijsheid 2005 > 2015 > 2025. Hij stelt daarin:
“Ik voorzie een serieus probleem. Facebook is een experiment dat we over tien jaar betreuren. Dan zal blijken dat we een generatie van Facebook-gestoorden hebben gecreëerd. De bestaande GGZ-inrichtingen zullen in 2025 onvoldoende capaciteit hebben. Er zullen nieuwe klinieken moeten komen waarin de huidige Facebookgeneratie behandeld wordt voor narcisme en oppervlakkigheid.”

Mag ik een relatie leggen tussen het verhaal van Mickelle Haest en deze opmerking van Bart Robben? Maar dan hoeven we misschien niet helemaal lijdzaam toe te zien. Wat ik al eerder zei, in een tabletcafé zouden we dit zo als casus kunnen behandelen. Maar dan wel gericht op de vraag wat je zou kunnen ondernemen om deze ontwikkeling om te buigen. Wat kun je zeggen om de waarden waar je voor staat te bewaken? En daarbij: hoe zeg je het dan? Hoe zet je de juiste toon en heb je de meeste kans dat er begrip ontstaat?

Het verhaal in Trouw en het gesprek met 'schoonvader' hebben me aan het denken gezet. Wie denkt hierover mee?

Geen opmerkingen: