woensdag 23 december 2009

Collectiemanagement I

Van RCB-analyse naar Collectieprofiel

Collectiemanagement, daar is veel over te vertellen.
Te veel om dat in keer te doen. Maar als het in stukken gebeurt, is het weer lastig om de grote lijn te bewaken. Toch maar beginnen, we zien wel waar het op uitkomt.

Ik wil eerst eens kijken naar de huidige stand van zaken. In deze post beperk ik me nog verder, ik wil hier stilstaan bij een aspect daarvan: hoe we de RationeelCollectieBeheer(RCB)-analyse momenteel inzetten.

We lezen de eerste kolommen van de RCB-analyse (Uitleningen, Uitleenpercentage, Bezit, Bezitspercentage, de Gebruiksfactor en de Uitleenfrequentie) in een excel-document. We zetten zelf naast de Uitleenfrequentie een Gewenste Uitleenfrequentie - dan kunnen we daar zelf een ander getal invullen. Daarmee wordt een gewenste investering of afbouw (per collectie-onderdeel) berekend.

We hebben de collectie in vijf onderdelen opgesplitst: Volwassenen Fictie, Volwassenen Non-Fictie, Jeugd Fictie, Jeugd Non-Fictie en AVM. Deze verdeling is vooral tot stand gekomen vanwege de praktische werkbaarheid en ik ken de kritiek dat deze indeling niet correct is (de dvd's zijn bijvoorbeeld niet apart ingedeeld, maar komen overal terug). Maar het is op dit moment misschien wel het beste en handigste dat we hebben. Ik kom hier nog op terug.

Door twee RCB-analyses naast elkaar te zetten, kunnen we de ontwikkeling per vestiging regelmatig (dat is maandelijks) volgen. We weten wat er af gaat, we weten zo wat er bij komt.

Kortom, we kunnen er zo mee werken en er de collectieontwikkelingen mee gaan besturen.

dinsdag 22 december 2009

Catalogi

Een bijeenkomst over de toekomst van de catalogus. Wel helemaal in Haarlem, maar natuurlijk wel de moeite waard: hoe laten we onze klanten zien wat we in huis hebben?

De afgelopen jaren heb ik diverse discussies meegemaakt over de presentatie van Aquabrowser versus Bicatcatalogus. Rechtzinnige aanhangers van de Aquabrowser propageren dat alleen en uitsluitend deze catalogus getoond moet worden aan ons publiek (anders leren ze het nooit). Anderen benoemen voordelen van de Bicatcatalogus die ze niet op willen geven.

Ik heb eerlijk gezegd geen zin om deze discussie volop mee te voeren en ik heb daar twee redenen voor:
  • Laten we de discussie eerst en vooral ook eens met de gebruiker gaan voeren. Maar eigenlijk weet ik dan ook het antwoord al wel: de aquabrowser en de bicatcatalogus zijn nog lang niet gebruiksvriendelijk genoeg en zolang we allerlei functionaliteiten als Zoek&Boek en het thuisgebruik van digitale bestanden niet helder, gemakkelijk en eenduidig geregeld hebben, valt het ook niet mee om snel uit te leggen hoe je de catalogi van de bibliotheek het beste kunt bedienen.
  • Er is sprake van allerlei voortgaande technische ontwikkelingen die de hierboven gesuggereerde tegenstelling tussen Aquabrowser en Bicatcatalogus niet opheft, maar misschien wel in een ander licht stelt. Oftewel: het is te vroeg om definitief voor een bepaalde vorm te kiezen en dat te presenteren als de ultieme zoek&vind-vorm.

Van de bijeenkomst staan de presentaties op de site van Probiblio en heeft Jan Klerk verslag gedaan op zijn weblog, onder andere over:

Tijdens de bijeenkomst was de roep vanuit het veld duidelijk te horen: Probiblio, geef ons aan wat er moet gebeuren!
Ik weet het niet precies. Ik denk dat er nog veel te gebeuren en te ontwikkelen valt. Ik zie daarbij dat Medialab intensief werkt aan het verder ontwikkelen en vormgeven van de Aquabrowser, dat HKA niet stilzit, dat er op internet van alles gebeurt. Waarom kiezen?

Wat wel belangrijk is dat we onze klanten helder zicht proberen te blijven geven over wat er speelt en wat er aan de hand is. Dat is geen geringe uitdaging met zulke diverse klanten(groepen) en met zulke snelle ontwikkelingen, maar aan de andere kant: maakt dat juist ons werk niet ontzettend leuk?

maandag 30 november 2009

De bibliotheek altijd toegankelijk

Onder de titel ‘Onbemand – onbemind’ was er een Minisymposium georganiseerd door de Bibliotheek Gelderland Zuid. Kom kijken naar de onbemande bibliotheek.

Wat hebben ze daar gedaan?

Ewijk is een dorp van bijna 3500 inwoners en het zal de komende jaren wat groeien. Aan de rand is een MultiFunctionele Accommodatie (MFA) neergezet, voor de dorpsuitbreiding aan en er zitten twee scholen in, kinderopvang en peuterspeelzaal, er is opvang voor senioren, ik heb een bar gezien (van het Dorpshuis) en er zit ook een bibliotheek in het gebouw. Op een mooie, aansprekende plek.

Tijdens de planvorming in 2003, vertelde oud-directeur Henk Kemperman, ontstond al snel het idee dat deze bibliotheek meer toegankelijk zou moeten zijn dan alleen tijdens de bezetting door een bibliothecaris (die daar hoogstens 10 uur per week zou kunnen doorbrengen, zo hadden berekeningen opgeleverd).
De gemeente, de medebewoners van het MFA ’t Hart, Nedap en Besam als leveranciers, iedereen reageerde enthousiast op de steeds verder groeiende plannen om niet afhankelijk te hoeven zijn van die personele bezetting.

Die personele bezetting is er overigens en die gaat ook niet verdwijnen. Maar het is wel bijzonder, dat buiten die tijden de bibliotheek toegankelijk is. Dat is nog wel gekoppeld aan de openingstijden van MFA ’t Hart, maar dat betekent toch bijzonder veel meer dan de al eerder genoemde tien uur per week. Elke dag vanaf een uur of half acht, acht uur ’s morgens tot ongeveer middernacht is dat gebouw open en een bibliotheeklid met een geldig pasje kan dan de bibliotheek binnenlopen.
Hij kan dan:
- Boeken inleveren in de intelligente boekenkast;
- Evt. telaatgelden afrekenen via de betaalautomaat;
- Boeken uitzoeken (dat mag direct uit de inleverkast, maar ook uit de andere stellingen);
- De publiekspc’s raadplegen;
- Boeken via het uitleencentrum meenemen;
- En contact leggen met een bibliotheekmedewerker in Centrale Bibliotheek De Mariënburg van Bibliotheek Gelderland Zuid via de Cybrarian. Snel via beeld en geluid contact hebben en direct geholpen worden, dat is de bedoeling van deze vorm van dienstverlening.

Paul van Royen probeerde met de zaal in discussie te gaan, maar ’t lag niet aan hem, dat daar eigenlijk geen sprake van was. Hij had wel een aantal prikkelende stellingen, maar de tegenstanders van deze uitwerking gaven hem niet al te veel repliek.
Ik vermoed dat een belangrijke oorzaak hiervoor ligt in de uitwerking.
Het was van meet af aan de bedoeling dat er een mooie bibliotheek neergezet zou worden (Aat Vos). Dat is gelukt. Binnen het gebouw op een toplocatie, van buiten mag nog iets aan de herkenbaarheid gebeuren.
De bijna-vertienvoudiging van het aantal openingsuren van de bibliotheek is voor de klanten natuurlijk goed nieuws. En door het personeel gewoon te laten staan, is er voor iedereen in Ewijk een aantrekkelijke situatie ontstaan.

Kan het nog beter? Natuurlijk, een bibliotheek 24 uur per dag open, 7 dagen in de week. In Magdeburg kan het. Ik ben aan het werven voor een fonds om daar drie maanden participerend onderzoek te doen naar het gebruik van deze bibliotheek, ik hoop dat voor de zomermaanden van 2010 rond te hebben.

Meer foto's van de bibliotheek Ewijk:



Een impressie van de bibliotheek. Kijk ook op de site van de Bibliotheek Gelderland Zuid.



maandag 2 november 2009

BicatWiser

Bicat wordt niet optimaal benut, is de conclusie van een notitie van Gerard Jenneboer en ondergetekende: Jan te Bokkel.

Het systeem wordt steeds complexer en de omgeving ook. Een aantal aspecten die daar een rol bij spelen:

  • De techniek wordt steeds minder dwingend. HKA doet er alles aan om met Bicat een passend product te bieden voor elke bibliotheekpraktijk en speelt daarbij in op wensen en keuzemogelijkheden.
  • Belangrijke concurrentie vindt niet plaats op complete bibliotheeksystemen, maar op onderdelen. We zien daar een duidelijk voorbeeld van rond de Aquabrowser van Medialab. Dat dwingt tot heldere (vervolg)keuzes, die steeds minder (alleen) te maken hebben met puur technische invalshoeken, maar ook met bibliotheekinhoudelijke aspecten en/of presentatie richting de klant.
  • Schaalvergroting en samenwerking is een niet weg te denken ontwikkelingsrichting in bibliotheekland. Enkele relevante terreinen in verband met deze notitie zijn bijvoorbeeld het gastlenen en de ontwikkelingen rond tarieven.
  • Intern is de taakverdeling niet opgehouden bij de scheiding tussen front- en back-office. Specifiek voor Bicat geldt dat steeds meer collega’s op een aspect of een module van het programma specialist zijn en dat anderen daar minder of niets van weten.
  • De Bicatcontactpersoon kan onmogelijk van alle deelterreinen op de hoogte zijn. Hij/zij is slechts intermediair tussen OBD en collega’s en is al lang blij als dat een beetje naar behoren loopt (oftewel geen problemen oplevert) tegenover een niet al te groot tijdsbeslag. Formeel heeft hij ook geen ruimere taak, dus waar zou hij/zij zich verder druk om maken?
  • Al deze ontwikkelingen leiden er mede toe dat het lastiger en complexer wordt om de juiste beslissingen te nemen en daar alle consequenties van te overzien.

Kan het beter?

Gerard en Jan noemen drie mogelijke verbeterpunten:

  • Meer interne informatieuitwisseling.
  • Veel meer en intensiever gebruik maken van projectgroepen. Met een duidelijke opdracht en met vertegenwoordigers vanuit het werkveld en de techniek en met voldoende mandaat om (brede) beslissingen te nemen, komen we tot een optimalere inzet van het Bicat-systeem in onze bibliotheken.
  • Regelmatig (bij)scholings- en/of verdiepingsbijeenkomsten organiseren voor de mensen in het werkveld.

De notitie is positief besproken in de Klankbordgroep van het Bicatgebruikersoverleg. Elementen zullen gebruikt worden in een verder besluitvormingstraject.

Interesse voor de notitie? Stuur een mailtje, dan krijg je hem toegestuurd.

zaterdag 17 oktober 2009

Nieuwe bibliotheek en the long tail


Onder de titel "Een boek, en snél graag" beschrijft Teun Ceelen in Trouw van donderdag 15 oktober de ontwikkelingen in de bibliotheeksector. Naar aanleiding van de omvorming van Zwolle-Zuid wordt stilgestaan bij de motieven om de bibliotheek anders in te richten. Samengevat: Met een betere presentatie denken de openbare bibliotheken nieuwe lezers te trekken. Beleving en verleiding, daar gaat het om in de moderne bieb.


Heel mooi, wat er is gerealiseerd en wat we er mee bereiken.


Maar laten we onze aandacht ook vooral blijven richten op 'the long tail'. De ideale website van Zwolle-Zuid biedt zicht op de ontwikkelrichting om onze klanten mooie dingen te bieden. Maar ik denk dat de verstrooiing van de aandacht van onze brede (potentiële) klantengroepen de komende jaren nog veel verder doorzet. De aquabrowser als zoeksysteem is mooi, waar waarschijnlijk in zijn eentje niet genoeg om iedere klant(engroep) op een wenselijke en prettige manier zicht te geven op alles wat we in huis hebben. Een snuffelcatalogus, rubriceringen, tips van anderen, doorklikken in de wereld van internet en weblogs, allemaal zaken die we vast nog veel meer en beter kunnen uitbouwen.


En daarvoor zullen we aan de achterkant ook nog intensiever moeten gaan samenwerken. Eén netwerk met één collectie tegen éénduidige voorwaarden beschikbaar stellen, dat zou aardig zijn richting onze klanten.

We zijn al een eind. In GPS-verband zijn modules ontwikkeld voor de collecties, voor de herinrichting, voor het personeelsbeleid er om heen. Zodat die veertig vernieuwde bibliotheken in Overijssel er over een paar jaar staan.

Daarbij is het nodig dat de besluitvormingsstructuur gelijke tred houdt met deze ontwikkelingen. Anders wordt de spanning te groot tussen het beleid, dat toch nog steeds plaatselijk bepaald en uitgezet wordt en de wensen die vanuit het netwerk geformuleerd worden.

zaterdag 12 september 2009

The Long Tail

The Long tail van Chris Anderson, al een tijd een inspiratiebron voor veel bibliotheekactiviteiten. In Overijssel in het GPS-programma waren al veel verwijzingen naar dit boek voorbijgekomen, maar ik had het boek nog niet zelf gelezen. Nu wel en dat was zeker de moeite waard.


Zijn boeken geven te denken.

Als ik om me heen kijk, zijn we in de bibliotheekpraktijk nog steeds sterk gericht op de kop en zie ik te weinig integrale aandacht voor de lange, dikke staart. Bol.com lijkt dat beter te doen.
We richten met elkaar wel prachtige bibliotheek'winkels' in om onze klanten te verleiden onze mooie producten in de etalages mee te nemen, maar hoe we ze langs de lange staart naar hun interessegebieden leiden, daar moeten we nog veel meer over nadenken. De aquabrowser lijkt me daarvoor niet voldoende. We zouden daarvoor als bibliotheeksector ons veel eenduidiger aan de klant moeten presenteren en via slimme navigatie hem of haar tonen wat er allemaal is. Maar misschien levert de ontwikkeling van de ideale bibliotheekwebsite wat op.

Vrije informatieuitwisseling is van groot belang en toenemende gebruikersaantallen helpen internetorganisaties om ontwikkelingen te sturen. Nou geldt die 'ijzeren wet' voor de Nederlandse bibliotheeksector niet in alle opzichten, maar het geeft toch te denken over hoe we de databanken behandelen. Alleen in te zien in de bibliotheek...
De jongeren kwamen toch al (bijna) niet meer, we zouden ze deze databanken juist wel moeten laten zien en gebruiken. Dus: nog meer inzetten op mogelijk thuisgebruik.

Over auteursrecht zullen we de komende jaren nog wel wat gaan horen. Informatie die zo goedkoop kan worden aangeboden, de macht van het getal, de veranderende mogelijkheden om deze informatie op allerlei manier te kunnen gebruiken. Daar gaan de komende tijd heel veel van uit om de huidige wetgeving bij te stellen, daar ben ik van overtuigd geraakt.

We gaan nog boeiende tijden tegemoet, dat mag duidelijk zijn.

woensdag 5 augustus 2009

Internetvaardigheden

Onderzoek wijst uit: er kan nog veel verbeterd worden aan de internetvaardigheden van Nederlanders. Met de computerdichtheid en internetaansluitingen is er in ons land niets mis, maar iets zoeken en vooral vinden blijkt vaak moeilijker dan gedacht.

Onderzoeker Alexander van Deursen kijkt naar het gedrag van mensen op internet en ziet dat ze vaak geen maximale resultaten halen.

In een artikel in Trouw worden een aantal achtergronden van zijn onderzoeksmethoden belicht.
Lees het artikel in Trouw: "Oud én jong onhandig op internet"

Een geruststellende gedachte: scholing helpt! Mensen met een opleiding redden zich over het algemeen beter.

Er is een internet-test die op vier specifieke deelterreinen in kaart brengt wat iemand op internet presteert. Er komt na het maken van de opdrachten specifieke feedback over wat men anders of beter had kunnen doen.
Nuttig en leuk! Doen die test!

maandag 3 augustus 2009

Gratis


Gratis, maar niet voor niets!

Een leraar op de middelbare school vertelde het verhaal van iemand in Afrika, die een overhemd kreeg. De volgende dag zag de gever dat het overhemd als poetsdoek gebruikt werd.
Dat was niet de bedoeling van de gever geweest, dat overhemd was op het moment van overdracht uitstekend geschikt geweest om aan te trekken, er representatief uit te zien en er dan bijvoorbeeld mee op sollicitatiebezoek te gaan.
De ontvanger beseft niet wat de waarde is van hetgeen hij of zij gekregen heeft.

Die gedachte kom je ook in de bibliotheekwereld tegen. Onze gebruikers beseffen onvoldoende hoe waardevol het is hetgeen ze (kunnen) krijgen. Dat zou een reden zijn om de tarieven van de bibliotheek te verhogen, “dat zal ze leren”.

Er blijkt echter veel meer over gratis te vertellen dan dat. Chris Anderson doet dat in Free onderhoudend.
Hij staat er uitvoerig bij stil hoe het mogelijk is dat een bedrijf als Google geld verdient aan het gratis aanbieden van dienstverlening op het internet. Sterker nog, binnen een periode van jaren groeit zo’n bedrijf tot een machtig wereldbedrijf uit. Hoe kan dat? Welke economische principes liggen daar aan ten grondslag? Hoe werkt dat dan en wat kunnen we daar uit leren?

Free kan betekenen dat het niets kost (free beer = gratis bier), maar kan ook gebruikt worden om aan te geven dat het om vrijheid gaat (free speech = spreek vrijuit).
Gratis is niet altijd vrijblijvend, niet zo gratis als het lijkt. Dat hebben consumenten vaak ook wel in de gaten, ze zoeken naar de addertjes onder het gras of de kleine lettertjes.
De geschiedenis zit vol mooie marketingverhalen rond het concept gratis en er passeren er heel wat de revue.

Internet betekent een revolutie op een aantal terreinen en dat geldt zeker op het gebied van informatie-uitwisseling. Chris Anderson haalt een uitspraak van Stewart Brand aan:
“Aan de ene kant wil informatie duur zijn, omdat ze zo waardevol is. De juiste informatie op de juiste plaats verandert je leven gewoon.
Aan de andere kant wil informatie gratis zijn, omdat de kosten om informatie te verspreiden voortdurend lager worden. Je hebt dus twee kanten die tegen elkaar strijden.”

Het hele boek door betoogt Anderson dat het tweede deel van deze uitspraak momenteel de wind mee heeft. En Google heeft dat tijdig goed begrepen en daar zijn voordeel mee gedaan. En door de schaalvergroting die daarmee gepaard ging, kwamen er meestal vroeg of laat meer dan voldoende mogelijkheden om op een bepaalde manier toch geld te verdienen.

Er is nog veel meer te vertellen over dit boek. Ik vond het fascinerend en inspirerend, het is zeer leesbaar geschreven en er zitten prachtige verhalen en anekdotes in.
Maar ook allerlei mogelijkheden en bedrijfsmodellen om op en rond internet ‘gratis’ bedrijvigheid te ontwikkelen en toch een gezonde economische positie te hebben en te houden.

Een interessante bespreking van het boek van de hand van Joost de Vries in de Groene Amsterdammer (en online op Frankwatching).

Om over na te denken en met elkaar te brainstormen. Een rijke inspiratiebron!

vrijdag 24 juli 2009

zoek&boek vernieuwd

Op dinsdag 28 juli zal een nieuwe release worden geïnstalleerd op het systeem dat zorgt voor de afhandeling van Zoek&Boek aanvragen. Hierdoor kunnen op dinsdag 28 juli en een gedeelte van woensdag 29 juli geen Zoek&Boek-aanvragen worden ingediend of afgehandeld.

Niet alleen ziet Zoek&Boek er na de upgrade prettiger uit, ook is er een groot aantal functionele verbeteringen aangebracht.

Enkele in het oog springende wijzigingen:

- De lener ziet na het indienen van de aanvraag een uitgebreide bevestiging op het scherm. Daarnaast kan de lener voortaan alle door haar of hem ingediende aanvragen opvragen en meer details zien over zijn aanvragen.

- Medewerkers komen na het inloggen in VDX (het systeem dat zorgt voor de afhandeling van Zoek&Boek aanvragen ) nu direct op het werkbladscherm. Daaraan zijn nieuwe functionaliteiten toegevoegd die het beheren van de aanvragen makkelijker maken.

Bekijk de veranderingen in onderstaande filmpjes:

Nieuw in VDX 4 (algemeen)
In deze screencast wordt ingegaan op alle nieuwe functionaliteiten van VDX4

Op de nieuwe functionaliteit wordt nog specifiek ingegaan in de volgende screencasts:
Aanvragen zoeken

Werkblad uitleg

Actie op aanvragen

Ook is er een filmpje beschikbaar dat ingaat op de nieuwe functionaliteit in de lenersinterface. Dit filmpje is ook relevant voor bibliotheken die alleen afhaallocatie zijn, zij kunnen immers wel te maken krijgen met vragen van leners over het doen van een aanvraag en dan is het handig als ze geïnformeerd zijn over de nieuwe lay-out en functionaliteit voor leners.

Leners demo

In een (verkorte) handleiding is te lezen hoe een en ander werkt.

maandag 20 juli 2009

Communiceren is te leren

Een poosje geleden las ik een korte recensie van een nieuw boekje van Susanne Gerritsen: Een goed verhaal.
Dat leek me wel interessant. Ik heb eerst even gekeken wat ze nog meer geschreven had en het boek “Een goed gesprek” heb ik daarom eerst maar eens gelezen.

Ze schrijft helder, toegankelijk, to-the-point. Theoretisch goed onderbouwd, maar ook erg praktisch gericht. Hieronder geef ik kort samengevat de opbouw van het boek weer.

Voor mij was het hoofdstuk over de relatie met de werkelijkheid het meest interessant. Daarin wordt geschetst dat in gesprekken de relatie met de werkelijkheid aan de orde is en hoe je die verhouding kunt analyseren en interpreteren.

Een gesprek is samenwerken
Doelgericht, voor alle deelnemers geldend

Een gesprek is face bewaren
Geen gezichtsverlies lijden, maar face is meer dan dat. Advies geven kan ook face-bedreigend zijn. Face is een kwestie van balans.

Een gesprek is handelen
Locutie: een taaluiting bestaat uit bepaalde klanken die samen binnen een bepaalde taal een bepaalde betekenis hebben.
Illocutie: de taaluiting heeft een bepaalde bedoeling of strekking
Perlocutie: de taaluiting heeft tot doel bepaalde effecten bij de luisteraar teweeg te brengen -> taalhandeling = “Verplichtend”

Een gesprek is van beurt wisselen
Ook hier weer: balans

Een gesprek is meer dan woorden alleen
lichaamstaal


Daarna kwam “Een goed verhaal” beschikbaar.
De ondertitel luidt: Presenteren, praten, pleiten. Een passende vlag!

Het boek is uit drie gedeelten opgebouwd.
Het eerste deel is er aandacht voor het geven van een presentatie. De voorbereiding, de zenuwen, het gebruik van Powerpoint (geen uitgebreide technische handleiding), je houding, het komt allemaal aan bod. Nuchter en overzichtelijk, met een aantal praktische tips en do’s en dont’s.

Het tweede gedeelte is eigenlijk een korte samenvatting van het eerdere boek “Een goed gesprek”. In grote lijnen wordt hetzelfde voorgeschoteld, maar misschien nog wel iets meer praktisch gericht en met nieuwe en aansprekende voorbeelden.

Hoe krijg je iets van anderen gedaan? Hoe kun je hun mening beïnvloeden? Gaat het daar niet altijd om als mensen met elkaar leven en samenwerken?
In het laatste gedeelte wordt stilgestaan hoe je daarmee omgaat, zowel in presentaties als in gesprekken.
Welke argumenten gebruik je en hoe zet je ze in?

Je zou kunnen volstaan met het alleen lezen van “Een goed verhaal”, maar je zou het bijna als een soort communicatie-naslagwerk kunnen gebruiken: de compacte vorm en praktische invalhoeken bieden interessante en leuke inhoud voor iedereen die hier regelmatig mee te maken heeft (en wie heeft dat niet?).

zaterdag 11 juli 2009

Van Vak naar Baan

Gelukkig werd er nog van alles gedaan en ondernomen in de periode dat ik vakantie had. Dat is mooi.

De bijeenkomst in Amsterdam rond het rapport "Van Vak naar Baan" was een succes. Uit het voorgaande onderzoek was ook al brede belangstelling te peilen, de deelname aan de bijeenkomst was ook boven verwachting.

Er is nog heel veel te verbeteren aan het personeelsbeleid in de bibliotheekwereld. Het doet me deugd dat daar op deze manier aandacht voor is.
De vakbond neemt zich voor daar stevig op in te zetten en samen met het Platform Medezeggenschap daar in het najaar in regionale bijeenkomsten nog eens uitvoerig bij stil te staan.

Er wordt wel gedacht en gewerkt aan bibliotheekvernieuwing, maar de mensen op de werkvloer krijgen niet al te veel kansen om dat proces mede vorm te geven. Hun ontwikkelings-mogelijkheden zijn over het algemeen beperkt. Hadden we vroeger bibliothecarissen en administratief medewerkers, nu hebben we de scheiding tussen front- en back-office, Wimmers en vele andere nieuwe functies. Maar een succesverhaal is er nog niet van te maken. Dit zijn kort samengevat enkele belangrijke bevindingen.

Ik ben blij met deze aandacht voor het werkplezier in de bibliotheekwereld. Meer weten? Lees dan het rapport en/of de brochure Van Vak naar Baan.

Onderzoeksrapport

Brochure Van Vak naar Baan

maandag 25 mei 2009

Aquabrowser voor de stichting Dalfsen-Nieuwleusen

Er is een testversie beschikbaar van de Aquabrowser van de Stichting Dalfsen-Nieuwleusen.

Klik hier om deze Aquabrowser te bekijken

Graag wil ik reacties op deze catalogus. Hoe zit het er uit, hoe worden de resultaten gepresenteerd, wat vind je er van?
Reageer op deze weblog of stuur een mail naar hardaja@gmail.com

Het is wel goed om te weten, dat een aantal instellingen voor onze Aquabrowser gedaan zijn op grond van provinciale afspraken. Het implementatiewerkboek kun je hier downloaden.

Er wordt een flyer gemaakt die de klanten inzicht geeft in de mogelijkheden van de Aquabrowser.

De aquabrowser zal deze zomer een plaatsje in onze website krijgen.

vrijdag 15 mei 2009

Bijpraten over het winkelconcept

Dinsdag 12 mei mochten we een groep van ruim 30 collega's uit Hardenberg ontvangen. Na een algemene inleiding van Rommie over bibliotheekontwikkelingen en de provinciale aanpak rond het winkelconcept, mochten Margot en ik wat vertellen over het Winkelconcept in de praktijk.



Onderstaande handleiding (een product van meerdere mensen, maar de inbreng van Annet mag hier toch wel zeker genoemd worden) is onmisbaar als je met thema-/displaytafels werkt:
Handleiding beheer thema-/displaytafels

Na onze presentatie kon men de bibliotheek nog bezichtigen en alles echt in de praktijk bekijken. We hadden daarvoor wat vragen en opdrachten geformuleerd, zodat iedereen gestimuleerd werd om gericht naar bepaalde veranderingen te kijken.
We mogen terugzien op een geslaagde morgen!

vrijdag 1 mei 2009

Herinrichting revisited

Het proces van herinrichting van Bibliotheek Dalfsen nam twee en een halve week in beslag. Nieuwe vloerbedekking en een nieuwe inrichting vergt tijd en inzet.

We begonnen met de bibliotheek leegruimen en alles naar één kant verplaatsen:



Hier zijn we al een heel eind gevorderd. Er ligt nieuwe vloerbedekking aan de ene kant, er is daar al begonnen met alles naar wens in te richten - maar omdat er aan de andere kant nog vloerbedekking gelegd moet worden, staan de spullen van die kant ook nog in de weg.



De vloerbedekking ligt er, we kunnen alles gaan inrichten.



Het begint er al echt op te lijken:



Zo hadden we het ons voorgesteld - en zo was het dan ook tijdens de opening op 24 april!

vrijdag 24 april 2009

Heropening Bibliotheek Dalfsen

Foto's van de feestelijke opening op vrijdag 24 april:



Foto's van de vernieuwde bibliotheek:



Volksdansgroep Nieuwleusen en leerlingen van De Bonte Stegge wagen samen een dansje:



Het shantykoor De Stuwzangers uit Vilsteren stelen de show en maken het feest compleet!

zaterdag 18 april 2009

Wat gebeurt er in de bibliotheek?

Er wordt gewerkt, er wordt verbouwd, al dagenlang.

Wat gebeurt er toch? Van de buitenkant is al wel wat te zien.



Zoek de verschillen:



woensdag 15 april 2009

Levensfasebewust personeelsbeleid

De ABVAKABO FNV hield een enquete onder bibliotheekpersoneel. Die enquete is een onderdeel van een programma om het personeelsbeleid in de openbare bibliotheken onder de loep te nemen en zo mogelijk en desgewenst bij te sturen. Dat gebeurt dan onder de term "Levensfasebewust personeelsbeleid". Niet dat zoiets nou zo lekker bekt, maar een betere term heb ik ook niet. Het geeft misschien toch wel aardig aan waar het om gaat: passen de medewerkers van de bibliotheken en hun werkzaamheden nog steeds bij elkaar en kunnen we daar nog verbeteringen in aanbrengen, nu en in de toekomst?

Het project draait om de vraag: 'Wat zijn de gevolgen van de bibliotheekvernieuwing voor de kwaliteit van arbeid van de werknemers van de openbare bibliotheek en wat betekent dit voor de individuele en collectieve belangenbehartiging door de bonden en ondernemingsraden met betrekking tot de mogelijkheden voor levensfasebewust personeelsbeleid?'
Er is een enquete geweest en de respons was hoog, het onderwerp leeft blijkbaar.

Een eerste conclusie:
veel mensen werken onder hun niveau terwijl ze geen mogelijkheden zien om door te groeien naar een andere functie. De mogelijkheden voor scholing zijn beperkt waardoor beroepskwalificaties onder druk komen te staan. De kans is groot dat onderbenutting op termijn tot frustratie leidt onder de grote groep die nog minstens 10 tot 20 jaar te gaan heeft.
Onderbenutting, overbelasting...
Klaagcultuur?
Of een structureel probleem?

Het is alweer een aantal jaren geleden dat Prof. dr. Annemiek Roobeek een verhaal vertelde voor DOBO over netwerkvorming. Zij vertelde onder andere:
"Netwerkorganisaties zet je vooral in voor kennisintensieve sectoren. In de servicesector, het onderwijs, de zorg, de internationale handel – overal waar conceptontwikkeling plaatsvindt en meerdere kennisstromen samenkomen – daar kan het niet anders dan dat je dat netwerkenderwijs doet. En dan ga je dus niet uit van hiërarchie, maar van gelijkwaardigheid tussen mensen. Dat betekent overigens niet dat het zonder leiderschap kan. Juist in netwerkorganisaties heb je leiderschap nodig om te zorgen dat er iets productiefs met die kennisstromen wordt gedaan.”

Zij vergeleek de situatie in bibliotheekland met Fortis, waar ze toen commissaris was. Daar een bestuursorgaan van enkele tientallen personen voor de professionals. In de bibliotheekwereld was ongeveer hetzelfde aantal beroepskrachten werkzaam, maar aan de bestuurlijke kant van het bibliotheekwerk zijn dan vervolgens ook een aantal duizenden bestuursleden werkzaam. "Jullie moeten daar als professionals toch behoorlijk last van hebben...?!"

Is het dat? Ik denk dat het hier om een complexe situatie gaat met veel aspecten. Daar zijn geen gemakkelijke analyses en oplossingen voor - wat overigens niet betekent dat de oplossingsrichting niet helder en gemakkelijk zou kunnen zijn.
Als je onderbenutting en overbelasting tegelijk ziet, zou je dat toch op een of andere manier tegen elkaar weg moeten kunnen strepen, simpel geredeneerd.

Ik houd het vervolg van dit project nauwgezet in de gaten!

Lees het bericht van de ABVAKABO FNV (met een link naar de volledige Nieuwsbrief)

maandag 23 maart 2009

Winkelconcept in Nieuwleusen

Donderdag 19 maart kwam een groep van vijftig bibliothecarissen-collectievormers uit de provincie Overijssel naar Nieuwleusen om bijgepraat te worden over actuele ontwikkelingen op het gebied van collectievorming en inrichting.

Na presentaties van Leo Hornig en Rommie Eisma hebben Margot en ik wat laten zien van het proces in Nieuwleusen:

Presentatie Winkelconcept in de praktijk - Nieuwleusen

Meer achtergrondinformatie hierover.

Zie ook dit nieuwsbericht van RTV Oost van 24 maart

woensdag 18 maart 2009

Bicatplaatsing

Dit keer een wat (bibliotheek)technisch onderwerp: de bicatplaatsing. Een boek (of ander bibliotheekmateriaal) wordt in een bibliotheek gekoppeld aan een algemene titelbeschrijving in de catalogus. Die algemene beschrijving is voor iedereen gelijk, maar per bibliotheek is het mogelijk om aan een specifiek exemplaar met specifiek objectnummer allerlei specifieke kenmerken te hangen. Dit is handig, zo kun je de bijvoorbeeld de specifieke vindplaats van elk medium aangeven, zodat het snel en gemakkelijk vindbaar is.
Het Bicat-bibliotheeksysteem voorziet in de mogelijkheid om de bibliotheekindeling (in afdelingen, kasten en bewegwijzering) in te voeren. Als je dat doet, krijgen de nieuwe materialen in principe automatisch de juiste extra specifieke kenmerken toegedeeld van de bibliotheek waar het materiaal staat. Bij eventuele verhuizing van het boek naar een andere bibliotheek zoekt het bicat-systeem automatisch naar het indelingssysteem van de nieuwe bibliotheek. Het is daarbij in vele gevallen mogelijk om de voorstellen te overrulen en handmatig een en ander aan te passen aan een specifieke, lokale wens van dat moment.
Deze functies kunnen veel handwerk besparen. Maar dan moet de indeling van je bibliotheek wel goed zijn ingevoerd in het bicatsysteem. En omdat die indeling in geen enkele bibliotheek statisch is, moeten wijzigingen ook direct doorgevoerd worden.

Nu werken we in de praktijk al een aantal jaren met Bicat. Bij de overgang in 2001 was het bicatplaatsingssysteem nog niet ingeregeld en het heeft ook even geduurd voordat er voldoende kennis vergaard was om dit voor het netwerk in Overijssel in zijn totaliteit en voor iedereen afzonderlijk goed te kunnen regelen. Daarbij speelde een rol dat er op dit gebied ook heel veel exemplaarkenmerken uit het oude ALS-systeem zijn overgeheveld naar het nieuwe systeem en dat was deels handig, want zo wisten we nog steeds waar een boek te vinden was. Maar deels ontnam ons dat ook een beetje het zicht op de krachtige mogelijkheden die het Bicatssysteem op dit gebied heeft. Inmiddels is er wel zoveel kennis opgedaan, dat we kunnen stellen dat het goed inregelen van lokale bicatplaatsing voor een bibliotheek een hoop tijdwinst kan opleveren en dat dit tot nagenoeg probleemloze juiste vindbaarheidskenmerken in de catalogus leidt.

Omdat we nog met oude vindbaarheidskenmerken zitten, maar ook omdat er tot nu toe bij heel veel materialen in onze vestigingen regelmatig handmatig specifieke exemplaarkenmerken gecorrigeerd en aangevuld worden, blijven we zitten met belangrijke aantallen media met handmatige toegevoegde plaatsingskenmerken. Die willen we niet kwijt met het oog op de juiste terugvindbaarheid in de catalogus, heel begrijpelijk.
Maar dat blokkeert ons vervolgens in het draaien van controle- en herstelprogramma’s in ons bibliotheeksysteem. Daarbij wordt dan op grond van de algemene titelbeschrijving in de catalogus en het ingevoerde lokale plaatsingssysteem de automatische plaatsingskenmerken toegekend aan een specifiek exemplaar èn worden de handmatig toegekende kenmerken verwijderd.

Er zijn twee belangrijke redenen waarom dat controle- en herstelprogramma in de praktijk niet uitgevoerd kan worden. In de eerste plaats baseert het controle- en herstelprogramma zich op de algemene indelingskenmerken in de titelbeschrijving en kan specifieke maatwerkkeuzes die in de lokale bibliotheek gemaakt zijn, niet voldoende honoreren. Zo zal een kast “Waargebeurd” in een bibliotheek niet op die manier gehonoreerd kunnen worden. De oplossing vinden we in het blokkeren van deze kast voor herindeling via het controle- en herstelprogramma van het bicat-plaatsingsysteem, dat dat betekent dan weer dat oude, handmatig toegekende kenmerken niet verwijderd zullen worden.
Een andere belangrijke reden is dat we allerlei handmatig toegekende elementen (zoals volgnummers bij dvd’s) niet kwijt willen.

Bij bicatrapportages blijkt regelmatig, dat de huidige situatie tot vertekening leidt. Beslissingen die in het verleden op goede gronden genomen werden, met het oog op een juiste presentatie in de catalogus, zou ik nu willen bijsturen met het oog op correcte rapportages.
In het verleden zijn we rond collectioneringsprojecten wel eens tegen de beperkingen van de huidige rapportages aangelopen, nu we sterk op het winkelconcept inzetten, komen we dezelfde problematiek weer tegen.
Laat ik even nuanceren: de huidige bicatrapportages zijn op het gebied van allerlei statistische gegevens betrouwbaar genoegd.
Maar mijn stelling is, dat op het gebied van collectiebeleid – het hart van het bibliotheekwerk – betrouwbaarheid van cruciaal belang is. Er worden beslissingen genomen over collecties, collectieonderdelen en wat vestigingen wel of niet aanbieden aan klanten. Als er aantoonbaar onjuiste rubriceringen plaatsvinden in relevante aantallen, worden beoordelingen van vestigingscollecties (op onderdelen) en vergelijkingen met prestatiecijfers van andere vestigingen onbetrouwbaar en leidt dit alles mogelijk tot verkeerde beslissingen. Daar moeten we wat aan doen!

Ik wil daarom pleiten voor een strakkere, centralere regie voor het bicatplaatsingssysteem. Per vestiging wordt in kaart gebracht wat er nodig is voor de juiste plaatsingskenmerken in de catalogus. Dat wordt ingevoerd, zodat zoveel mogelijk automatisch goed geplaatst wordt.
Voor een limitatief aantal keuzemogelijkheden/toevoegingen wordt een handleiding gemaakt, waar lokaal mee gewerkt kan worden. Bij voorkeur worden alle mogelijkheden die niet nodig zijn op lokaal niveau, op grijs gezet (= buiten werking).
Bij voorkeur worden de afspraken per vestiging zoveel mogelijk op elkaar afgestemd, dat leidt dan ook tot een stroomlijning van eea in de catalogus. Daarvoor zou een provinciale projectgroep (met een mandaat) in het leven geroepen kunnen worden.
Mijn verwachting is dat dit zal leiden tot meer profijt van het bicatsysteem, een helderder, overzichtelijker plaatsingssysteem en last but not least: tot betere rapportages!


http://docs.google.com/Present?docid=dk5xkgk_6gvpwsngx&invite=hm3x6nn

woensdag 4 maart 2009

Website-gebruikerstest

Een inspirerend en overzichtelijk boekje over het testen van websites:

De flaptekst meldt:

Als u wilt dat uw website of intranet goed functioneert, zult u hem moeten testen bij mensen uit de doelgroep. Dat is de beste en snelste manier om erachter te komen op welke problemen gebruikers kunnen stuiten en hoe u die kunt elimineren.
Het uitvoeren van een gebruikstest (ook wel usability test genoemd) is niet moeilijk: u zet een paar mensen achter de site, laat hen uit zichzelf dingen doen, geeft hen opdrachten en stelt hen een aantal vragen over de site, en u ziet wat er bij het gebruik van de site mis kan gaan en welke verbeteringen noodzakelijk zijn.
Dit boek gaat in op de gebreken die in websites en intranets kunnen sluipen en legt uit hoe u die met een gebruikstest kunt opsporen. Het is een praktische handleiding voor het testen van websites, intranets, concepten, formulieren en applicaties. Het is geschreven voor iedereen die betrokken is bij de ontwikkeling van websites en intranets en voor mensen die zich verder willen toeleggen op het testen daarvan.

Met name als je de testresultaten niet aan derden hoeft voor te leggen en mogelijk voor die verslaglegging extra moet investeren, kun je snel aan de slag. Met enkele sessies kun je al heel veel resultaat behalen. Daar moet je wel een aantal belangrijke uitgangspunten en werkmethodes hanteren, maar daar geeft de auteur heel praktische en heldere uitleg over.

Ik vond het erg inspirerend en wil hier mee aan de slag. Voor de huidige website (http://www.bibliotheekhardenberg.nl/), maar binnenkort misschien ook met de gezamenlijke Overijsselse website voor bibliotheken. De notie dat het bij een ontwikkeling van een website vaak gaat over de technische- en vormgevings-aspecten (en dat het daarbij regelmatig gebeurt dat de gebruiker te ver uit beeld raakt), geeft genoeg motivatie om een vorm gebruikersonderzoek in de plantontwikkeling mee te nemen.

Meer informatie op de website van de auteur: Ben Vroom

vrijdag 13 februari 2009

Evaluatie 23 dingen

Op http://www.23dingen.nl/ maak je in 23 oefeningen kennis met Web 2.0, wat je er persoonlijk mee kan doen en hoe je het kan toepassen in de bibliotheek waar je werkt.



In Overijssel zijn vorig jaar meer dan 400 deelnemers gestart met deze cursus. Ook in het Overijsselse Vechtdal waren er veel collega's die mee wilden doen. Om precies te zijn: in Hardenberg hadden we 19 starters, in Dalfsen-Nieuwleusen en Staphorst zijn we met 17 mensen begonnen. Enkelen zijn in de loop van de tijd gestopt om 'externe redenen' (bijvoorbeeld ziekte).



Het was niet verplicht om mee te doen. Dat heeft als voordeel dat je met gemotiveerde mensen werkt. En die motivatie is wel belangrijk en nodig om zo'n cursus vol te houden. Omdat in onze situatie de mensen op verschillende locaties en op verschillende tijden (parttime) werken, is de kans op onderlinge contacten en stimulering van elkaar een stuk kleiner dan in bijvoorbeeld situaties waar je elkaar dagelijks ontmoet op een kantoor. En als je elkaar niet goed kent, waarom zou je dan op elkaars stukken reageren op een weblog? De drempel is dan soms net iets te hoog.

Er waren collega-bibliotheken die wel iedereen verplichtten om mee te doen. OK, dat kan, maar het blijft dan een aandachtspunt dat er toch mensen zijn die om specifieke redenen dit niet kunnen of willen doen en het bepalen van de grens wie wel en niet meedoet vergt dan meer aandacht. Ook is dan een aandachtspunt dat je op moet letten dat de mensen die wel verplicht worden en niet erg gemotiveerd zijn, wel op de juiste manier aandacht moet geven en er bij moet betrekken, anders dan stralen ze mogelijk hun desinteresse te veel uit naar anderen.



Maar goed, dat speelde dus bij ons minder. Dat neemt niet weg dat de meeste cursisten in het begin best moeite hebben met het inspelen op de gang van zaken in de cursus. Na een eerste introductie alles verder zelf uitzoeken, is voor veel mensen een hobbel en sommigen komen daar niet overheen. Wat je ook aanbiedt: stuur een mail, schrijf je problemen op je weblog, vraag het aan je collega of aan je begeleider, sommigen ervaren het zelfstandig aan een opdracht werken toch als te individualistisch en de voorgestelde manieren om hulp te vragen worden niet (optimaal) benut. En dan speelt er soms ook nog wel eens het probleem van een oude pc met krakkemikkige software de deelnemers parten.



Het is en blijft een soort van schriftelijke cursus, waar je discipline en doorzettingsvermogen voor op moet brengen. Het blijkt daarbij echt het beste om te proberen je aan ongeveer twee dingen per week te houden, dan kun je in het tijdsbestek van een drietal maanden de hele cursus doorlopen. Dan blijft het leuk, dan zakt het niet allemaal weg en dan komt er op een gegeven moment de schwung wel in. De deelnemers die voorbij ding 8 en 9 komen, hebben over het algemeen de smaak wel te pakken en komen er wel.

Maar het valt de meesten niet direct licht om aan het begin de manier te vinden die bij henzelf en deze cursus past. Het is soms wat passen en meten, wat moet je precies doen en wat niet, hoeveel tijd moet ik hieraan besteden, moet ik dat allemaal bestuderen? De tip: stel jezelf een duidelijk leerdoel en begrens de tijd die je aan een ding besteedt, is niet altijd gemakkelijk uitvoerbaar. Als je nog niet goed weet waarover het gaat, is het zo lastig om een goed leerdoel te stellen.

Ook kan de een gemakkelijker schrijven dan de ander. Sommigen hebben daar ronduit moeite mee: iets bestuderen is nog tot daar aan toe, maar daar open en bloot over schrijven is een brug te ver.



Toch vind ik dat een van de mooiste resultaten van de cursus. Je zo vrij voelen dat je wat durft en kunt te schrijven op een weblog. En dan het oppimpen van je blog, ook leuk - overigens voor sommigen dan weer zo leuk, dat ze vergaten dat er ook gewoon dingen ontdekt moesten worden.



Maar goed, er zijn leuke dingen met weblogs gedaan.

Ik noem er een paar:

Bibliotheek Hardenberg: Bibliotheekblog van bibliotheek Hardenberg (als 'verlengde' van de website)
Bieblog Hengelo: Lezen, luisteren en kijken in Hengelo!
Bieblog Wierdens Neutje: Bibliotheekblog van bibliotheek Wierden-Enter
Transisalania : Een blog over de geschiedenis van Overijssel met interessante nieuwtjes

Van de starters is nu meer dan de helft klaar en er zijn nog een paar mensen bezig om hun cursus af te ronden. Zo hebben we een groep mensen die hun digitale kennis hebben uitgebreid en een beter beeld hebben van wat er allemaal gebeurt op internet. Vanuit die basis verder werken aan en denken over bibliotheekdienstenontwikkeling is daarmee verder in gang gezet en hopelijk gebeurt op dat gebied de komende tijd nog van alles.

Bij de evaluatie spraken we onder andere over het Bibliothecaris 2.0 manifest:

  1. Ik zorg ervoor dat ik op de hoogte blijf van de informatiecultuur van onze gebruikers en probeer die kennis te ‘vertalen’ naar bibliotheekdiensten.
  2. Ik verdedig mijn bibliotheek niet koste wat het kost, maar kijk objectief naar wat we kunnen verbeteren.
  3. Ik werk actief mee aan de vooruitgang van mijn bibliotheek.
  4. Ik erken dat bibliotheken maar langzaam veranderen, maar probeer met mijn collega’s wel zo snel mogelijk op veranderingen in te springen.
  5. Ik durf nieuwe (vormen van) diensten voor te stellen, ook al zal dat bij sommige collega’s op weerstand stuiten.
  6. Ik geniet van de opwinding en het plezier van positieve veranderingen en straal dat uit naar collega’s en gebruikers.
  7. Ik gooi oude werkwijzen overboord als er betere zijn, ook al leken die oude werkwijzen ooit fantastisch.
  8. Ik experimenteer met veranderingen en accepteer daarbij dat ik fouten maak.
  9. Ik wacht niet tot iets perfect is voor ik het presenteer; later verbeter ik het wel op basis van gebruikersreacties.
  10. Ik ben niet bang voor Google of verwante diensten.
  11. Ik profiteer ervan voor onze gebruikers en bied tegelijkertijd hoogwaardige bibliotheekdiensten aan die gebruikers nodig hebben.
  12. Ik eis niet dat gebruikers zaken door de ogen van een bibliothecaris zien, maar ontwerp diensten die voldoen aan de voorkeuren en verwachtingen van de gebruikers.
  13. Ik breng de bibliotheek naar de gebruikers toe, zowel online als fysiek.
  14. Ik creëer open websites waar gebruikers zelf content kunnen toevoegen; dat is leerzaam voor henzelf en nuttig voor medegebruikers.
  15. Ik propageer een open catalogus zoals gebruikers die in een online informatieomgeving verwachten: gepersonaliseerd en interactief. Ik stimuleer mijn bibliotheek om te bloggen.
  16. Ik laat door mijn daden zien dat de bibliothecaris een essentiële rol vervult in de steeds veranderende informatiewereld.

Dat doen we toch al, zei iemand. We? Elke zin begint met Ik. Niet het collectief, maar het individu is het vertrekpunt. Durf je iets van jezelf te laten zien? Durf je het contact met de wereld aan, durf je de bescherming van de bibliotheekregels los te laten en te experimenteren met nieuwe dingen? Durf je te zoeken naar wat mensen beweegt en wat ze zoeken, durf je die uitdaging aan? Daar is dan vast genoeg te vinden waar je als bibliothecaris op in kunt spelen.

Hopelijk staan we aan het begin van mooie ontdekkingstochten!

zondag 1 februari 2009

Weblog voor de bibliotheek

De cursus 23 dingen bracht me op een goed moment op het idee om een weblog te starten naast de website.


Zowel in Dalfsen-Nieuwleusen als in Hardenberg maken we gebruik van het programma Netobjects. Een korte cursus volstaat om het dagelijkse onderhoud daarmee uit te voeren, je kunt snel leren hoe je een stuk tekst plaatst, een foto invoegt, kortom, als je even hiermee geoefend hebt, kun je al gauw met dat programma overweg. En voor de ondersteuning kan ik terecht bij de Webdesk van de OBD.


Waarom dan toch een weblog?

Het antwoord daarop is, dat het in een aantal opzichten sneller en gemakkelijker werkt.
  • Een weblog kent een gestandaardiseerde opmaak
  • Voor het weblog hoef ik niet na te denken over de plaats van de berichten
  • Er kunnen meer mensen tegelijk aan het weblog werken
  • Er zijn leuke en handige tools beschikbaar voor een weblog
  • Een verouderd bericht op een weblog wordt min of meer automatisch naar de achtergrond verwezen, op een website is niet-actueel zijn een doodzonde

In de zomer van 2008 ben ik gestart. Een weblog beginnen, die in grote lijnen naar mijn wensen en ideeen van dat moment aangepast. Vervolgens korte berichtjes op de website plaatsen, met daarin een link naar het weblog. Wanneer link ik naar een andere pagina van de website, wanneer naar het weblog? De opmaak, ben ik (voldoende) tevreden? Ach, laat maar nu, eerst maar eens kijken waar we terecht komen en zo kom je vanzelf op nog een voordeel voor de weblog: je kunt de opmaak snel geheel veranderen (terwijl je de website in principe pagina voor pagina moet aanpassen). Zo kom je al werkende wel ergens terecht.

Nu heb ik een half jaar ervaring en kan ik wat vertellen over de resultaten. Het aantal bezoekers van de website van de Bibliotheek Hardenberg is er niet door toegenomen. Het niveau daarvan ligt de laatste jaren op gemiddeld ongeveer 7000 bezoekers per maand.

Het is even een stapje opzij in dit verhaal, maar toch wel de moeite waard om te vertellen. De hoofdvestiging Hardenberg is in het najaar 2007 verhuisd naar het Lokaal Opleidingen Centrum te Hardenberg. Tijdens die verhuizing was de hoofdvestiging vier weken (oktober 2007) gesloten. De materialen werden vanaf september 2007 voor een langere periode uitgeleend, vanaf eind september had het geen zin meer om te reserveren, want de bibliotheek was toch gesloten. Verlengen hoefde niet, want de materialen konden allemaal tot in november bij de leners thuis blijven liggen. Dat resulteerde in aanmerkelijk minder bezoek aan de website. Hadden we ook in die tijd gemiddeld zo'n 7000 bezoekers per maand, dat dook in september en oktober van 2007 naar een niveau van onder de 2000 bezoekers.

Blijkbaar komen onze klanten om te reserveren en te verlengen (en dat laatste is - denk ik - nog veruit de belangrijkste hoofdmoot).

De uitdaging in dit verhaal: Kunnen we ze wat laten zien dat hun interesse wekt, iets waarmee we hen van dienst kunnen zijn? We hebben genoeg in huis, maar kunnen we dat ook via de website laten zien en daarmee het voor de klant gemakkelijker maken om datgene te vinden wat hij of zij zoekt? En mogelijk het gemak te vergroten om dat dan ook echt te krijgen? En ze daarbij (soms) ook nog een klein beetje extra voor te schotelen, met andere woorden ze in aanraking te brengen met leuke extraatjes en verrassingen?


Door met het weblog te werken, konden we meer stukken plaatsen. Soms kon ik een stuk tekst zo overnemen, met werkende links en al. Datzelfde realiseren op de website zou een hoop geknutsel gevergd hebben...


Nogmaals, het aantal bezoekers is niet toegenomen, maar er wordt wel meer geklikt. Er wordt dus echt meer gebruik gemaakt van de website. De groene balken staan voor het aantal hits van onze bezoekers. Het is duidelijk dat er sinds augustus 2008 meer geklikt wordt op elementen van onze website.


Het aantal bezoekers van het weblog stijgt ook nog steeds. We zitten nu op zo'n 17 bezoekers per dag. Verreweg de meesten komen natuurlijk direct via de website.

Maar we hebben een poosje geleden de schrijfster Rita Spijker op bezoek gehad in de bibliotheek Slagharen en als je bijvoorbeeld op haar zoekt in Google, kom je in de resultatenlijst ook een berichtje op het weblog tegen. Zo krijgen we dus ook bezoekers op het weblog van Bibliotheek Hardenberg.


Kortom: ik kan redelijk tevreden zijn met dit resultaat. Maar er blijft nog genoeg te doen en te wensen over.

Zo is het in Dalfsen-Nieuwleusen nog niet echt een succes geworden. Dat heeft er onder andere mee te maken dat je direct en gelijktijdig aan de website en weblog moet sleutelen om de zaken beschikbaar te stellen. Als dat over meer personen verdeeld is, wordt het al lastiger. Zeker als je daarnaast ook hard werkt aan complete herinrichting van je bibliotheken op basis van het winkelconcept.


Wat zijn de mogelijkheden om dit in de toekomst verder uit te bouwen?
  • Hier met meer mensen aan werken; daar moeten we dan tijd voor vrijmaken
  • Meer inzetten op (verhalen over) media, wat heb je er aan beleefd?
  • Starten met enkele weblogs en een identiteit van de weblog hanteren: Eentje voor aankondigingen en verslagen van activiteiten, andere(n) voor het al genoemde media-beleving. Bij die laatste zou je bij verschillende klantgroepen (jeugd, volwassenen) aan kunnen sluiten of bij de indeling van de dorpsformule aansluiten (Romantiek, Spannend, Huis-tuin&keuken, etc.).
  • Lezers uitnodigen om mee te gaan doen. Uitnodigen om een stukje te schrijven over een gelezen boek. Hopelijk verbreedt zich dat, mogelijk roept dat discussie op...

We willen op termijn graag meedoen in provinciale samenwerking op het gebied van de bibliotheek-website. Misschien kunnen we met een CMS datgene wat we nu aan het ontdekken zijn met ons weblog wel daarbinnen integreren, maar het zou ook kunnen zijn dat er (voorlopig) nog meer dan voldoende ruimte is om met een weblog specifieke bibliotheekzaken onder de aandacht te brengen. En het mooie is: je kunt vandaag beginnen.

In feite zou je kunnen zeggen dat het via een weblog mogelijk is om iets heel 'ouds': leeservaringen met elkaar delen en bespreken te combineren met iets 'nieuws': iedereen kan rechtstreeks via internet/weblog met iedereen communiceren. Wat let ons om dat te initieren en verder uit te bouwen?

dinsdag 27 januari 2009

Afsluiting 23 dingen


Al vaker heb ik over de afsluiting van de cursus 23 dingen geschreven, maar er zijn toch nog zaken die toelichting behoeven.


De opzet van de cursus voorziet in een benodigd tijdsbestek van drie tot vier maanden. Dat is voor velen een te strak tijdschema. Anderzijds blijkt dat mensen die op een gegeven moment tot Ding 10 of daaromtrent komen, zover vertrouwd zijn geraakt met de manier van werken en de uitdagingen die ze telkens tegenkomen, ook de volgende dingen wel aankunnen - en dat vaak ook steeds gemakkelijker.


De provinciale organisatie heeft ook een werkwijze ontwikkeld. Van de voorjaarsgroep 2008 die is gestart, zijn er velen die de eindstreep (20 dingen) gehaald hebben. Een half jaar na dato is er hier en daar ook nog een enkeling die niet zover gekomen is. Daar komt de afspraak rond de Zen in beeld, die bleef eigendom van DOBO zolang de cursus nog niet was afgerond.

De mensen die de cursus niet hebben afgerond, kunnen de Zen voor de helft van het geld kopen (€ 40). 31 januari 2009 is de deadline voor de cursisten voorjaar 2008, voor Hardenberg zijn dat - zoals het er nu uitziet - één of twee mensen.

Begin februari zal ik de afhandeling hiervan overdragen aan de directie.

Voor een aantal anderen geldt dat de uitloop van een half jaar nog ruim benut kan worden. De cursus is en blijft beschikbaar, je kunt de dingen nog steeds bestuderen en je kunt erover schrijven op een weblog.


Er is geen plan om een nieuwe groep te starten. Ook heb ik geen plannen om nog veel begeleidingstijd te investeren. Ook wat betreft de reacties op een stukje op een weblog neem ik me voor om daar minder actief naar te kijken. Dat is niet omdat ik het niet leuk zou vinden, maar ingegeven door het feit dat ik mijn tijd en energie liever in andere richtingen wil gaan inzetten.


Ik hoop dat we bij de afsluiting en daarna verder kunnen denken en werken aan integratie van de mogelijkheden van een aantal dingen in onze bibliotheekpraktijk. Dat lijkt me zinvol en nodig!
Het is overigens niet nodig dat je de cursus afgesloten hebt, om de afsluitingsmorgen mee te maken, integendeel. Wie weet doe je mogelijk ook tijdens die bijeenkomst inspiratie op om dingen op te pakken en/of te vervolgen...

zaterdag 24 januari 2009

Ken je zelf

Beslissingen nemen, standpunten bepalen, oordelen vellen. Wat is van mezelf, wat van mijn omgeving en hoe beinvloeden die twee elkaar?

Maak je niet te veel illusies, is de boodschap van onderstaande artikelen in de krant. We worden veel meer dan we zelf geneigd zijn te veronderstellen, geleefd en bepaald door meningen en opvattingen van anderen.

"Het kost veel energie om een afwijkende mening te hebben" reageert iemand op het eerste artikel. Wel herkenbaar.
Niet zo lang geleden heb ik een volleybalwedstrijdje gefloten op een jeugdtoernooi. Je helpt er ons mee uit de brand als je een paar wedstrijdjes wilt fluiten, met dat argument liet ik verleiden door de organisatoren.
Je moet de regels kennen, je moet op veel dingen letten, je moet snel beslissen, dat zijn een paar kwaliteiten die je als scheidsrechter moet hebben en ik dacht altijd dat bijvoorbeeld die laatste eigenschap voor mij de meeste uitdaging vormde, ik wil graag dingen even rustig afwegen.

Maar dit geeft extra te denken. Je moet als scheidsrechter je standpunt direct bepalen, soms tegen de 'hele wereld' in. Als we ons in ons dagelijkse doen en laten zozeer door groepsgedrag en -normen laten leiden, dan is dat inderdaad energievretend en moeilijk. Laatst hoorde ik van iemand die een workshop van Erik Braamhaar bijgewoond had, over de manier waarop de topscheidsrechters in het betaalde voetbal wekelijks met elkaar wedstrijden analyseren en bespreken. Natuurlijk gaat het daarbij om de kennis van regels en de interpretatie daarvan op een hoger niveau te brengen. Maar ik kan me ook voorstellen dat de deelname aan de (scheidsrechters)groep op de achtergrond een flinke steun in de rug kan vormen bij het nemen van een lastige beslissing op een belangrijk wedstrijdmoment.

Jaren geleden heb ik de cursus Groepsbesluitvorming gevolgd - en ik zag nu dat een element daaruit als gratis (opstap?)cursus bij de Open Universiteit wordt aangeboden. Een belangrijk begrip in die cursus was groepsdenken. Een negatieve vorm van elkaar beinvloeden.

Hoe voorkom je dat? In het artikeltje in Wikipedia over groepsdenken worden een aantal tips en ideeen genoemd. Zinvol, maar ik blijf denken, zeker na het lezen van onderstaande artikelen: maak je niet teveel illusies. Alleen met de nodige aandacht - voor je zelf en voor de mensen om je heen - kom je bij de kern waar het om draait.

Brein roept ’foute boel’ als we ons niet aanpassen
De meute volgen was vroeger vaak het veiligste
Dat we volgzame schapen zijn, kun je in de hersenen zien. Als ons oordeel afwijkt van het gangbare, rinkelen bovenin de alarmbellen.
Lees verder (artikel Trouw 16-1-2009)

Mens nog net zo slaafs als halve eeuw geleden
De mens laat zich nog net zo verleiden tot blinde gehoorzaamheid als in het beruchte experiment van Stanley Milgram uit 1963.
Lees meer (bericht Trouw 21-1-2009)

woensdag 14 januari 2009

Afsluiting 23 dingen

Blue A Wood Scrabble Tile F s Plywood Capital Letter L (Eastham, MA) U letter i t37 I n gg



Er zijn al veel mensen die de cursus 23 dingen hebben afgerond, er zijn er ook nog een paar die bijna zover zijn. Succes met de laatste loodjes voor hen!

We gaan de cursus afsluiten. Er zijn twee data geprikt, één in Hardenberg en de andere in Nieuwleusen.

  • vrijdagmorgen 30 januari om 9.30 uur in de Bibliotheek Hardenberg (beamerruimte bovenverdieping).

  • donderdagmorgen 5 februari om 9.30 uur in de Bibliotheek te Nieuwleusen.

Op het programma voor die ochtenden staat:

Terugblik op bijzondere 23 dingen - initiatieven

  • Wat zijn toppers?

  • Wat zijn toppers voor de bibliotheek?

  • Wat zijn toppers die we in onze bibliotheek direct kunnen gaan toepassen? (als we wie, wat, waar en wanneer ook nog even invullen...)

De toekomst - Wat gaan we verder doen?

  • Werken volgens het Bibliothecaris 2.0 manifest
Update Manifest Bibliothecaris 2.0




  • Hebben we plannen op lokaal niveau?

  • Wat kunnen we verder nog verwachten vanuit GPS/DOBO op 23 dingen gebied?

Evaluatie

Wat ging goed?
  • Wat kon beter?

  • Tips en ideeen voor een vervolg-cursus. Zou je deze cursus(vorm) aan anderen aanbevelen? Zou je een cursus met andere inhoud met dezelfde manier van werken willen volgen?
  • Uitreiking certificaten

    Als je suggesties en/of opmerkingen nav de opzet van dit programma hebt, wil je ze dan in een reactie kenbaar maken? Ik heb zelf een paar dingen in gedachten die ik bij de terugblik graag zou willen laten zien, maar ik ben ook wel benieuwd naar wat anderen daar voor ideeen over hebben.

    Tot slot nog iets over de resultaten van de cursus 23 dingen tot nu:

    In Hardenberg zijn er zowel in het voor- als het najaar mensen gestart, in totaal 19. Daarvan zijn 3 mensen gestopt. Van de 16 deelnemers hebben er 12 de eindstreep gehaald (of zullen dat zeker doen voor de afsluiting).

    In Dalfsen-Nieuwleusen/Staphorst zijn 17 mensen van start gegaan, een is daarvan gestopt. Van de 16 deelnemers hebben er 7 de eindstreep (praktisch) gehaald.

    Na de afsluitingsbijeenkomsten wil ik me gaan richten - in overleg met de GPS/DOBO-organisatie - op een mogelijk vervolg van de 23 dingen (en dat zal dan waarschijnlijk gericht zijn op de geslaagden nu). Ook kunnen we intern bepaalde toepassingen verder ontwikkelen/uitwerken. Daar wil ik mijn energie dan in stoppen, dat betekent ook dat mijn inzet voor en begeleiding van de mensen die de eindstreep (nog) niet behaald hebben, op een laag pitje komt te staan (en misschien is dat wel een eufemisme).